Liegen of het gedrukt staat

Toen de Koersk op de bodem van de Barentszee lag, werden er van officiële Russische zijde merkwaardige berichten de wereld in geholpen. Eerst zou het schip gewoon liggen te rusten op de zeebodem, vervolgens werd er een ongeval gemeld waarbij “gelukkig niemand gewond” was. Het ene bericht was nog leugenachtiger dan het andere. Toen uiteindelijk bleek dat de onderzeeër met man en muis was vergaan, buitelden internationale organisaties over elkaar heen om hun schande te betuigen over de Russische informatievoorziening. Wat een onzin.

De Russisch (en Sovjet-) informatievoorziening is nooit betrouwbaar geweest. Waarom zou zij dat wel moeten zijn op het moment dat een strategische kernonderzeeër gezonken is? Vanuit Russische ogen bekeken lijkt het mij eerder logisch om het Westen, nog altijd de potentiële vijand in Russische ogen, niet te veel informatie toe te spelen. De vijand gun je immers niet graag een kijkje in je keuken. Frankrijk stuurt de resultaten van zijn kernproeven toch ook niet door aan Libië, Iran en China? Er zijn nu eenmaal dingen die je beter voor je kunt houden. Dat dat soms nadelige gevolgen heeft voor je eigen mensen is dan een hard, maar onontkoombaar gegeven. Over haar eigen burgers heeft trouwens nog nooit een Russische leider zich zorgen gemaakt. De veiligheid van het hele land gaat voor die van de individuele burger en daar komt soms een leugentje voor eigen bestwil bij kijken.

Immers, als er in Siberië een oliepijpleiding barst is er niets aan de hand, totdat een of andere Russische journalist er over weet te berichten. In een eerste officiële reactie is het hele verhaal van de journalist “gelogen”. Wanneer deze dan met onweerlegbaar videomateriaal op de proppen komt, erkennen de plaatselijke autoriteiten het probleem als een gebeurtenis “die zich 7 jaar geleden inderdaad in onze regio heeft afgespeeld, maar nu geen enkele actualteitswaarde meer heeft”. Wanneer er nieuwe belastende feiten aan het licht komen, is er “geen direct gevaar voor de volksgezondheid”. Totdat de dode vissen de miljoenenstad Ufa binnen komen drijven, dan spreekt de plaatselijke gouverneur van “ongeoorloofde buitenlandse inmenging” en een “complot van de CIA, gericht op het verstoren van de binnenlandse orde”. De oplettende journalist wordt gearresteerd wegens “staatsgevaarlijke activiteiten” en na wat buitenlandse protesten is twee weken later iedereen de zaak vergeten.

Wie de geschiedenis van Rusland ook maar enigszins kent, zal zich daarom geen seconde verbaasd hebben over de Russische berichtgeving. Toch deden veel mensen in mijn omgeving dat wel. De naïeve geschoktheid van veel westerlingen lijkt af en toe werkelijk geen grenzen te kennen. Zij verwachtten over de Koersk net zo duidelijk en eerlijk geïnformeerd te worden als in een interview van AT5 met de voorzitter van de Bond van Vlinders. Ik irriteer me mateloos aan die roep om eerlijkheid en openheid. Maar waarom eigenlijk? Zoveel is er toch niets mis met het vragen om duidelijkheid van zaken? Wat is toch de oorzaak van die irritatie?

Mensen die in West-Europa leven, verlangen doorgaans op naïeve wijze naar een vredige wereld waarin iedereen lief, aardig en open naar elkaar is. De een noemt dit streven socialisme, de ander burgerlijkheid. De 19-eeuwse Russische schrijver Tsjernysjevskij heeft een roman geschreven over dit fenomeen: “Wat te doen”. Tsjernysjevskij was een socialistisch auteur en in zijn roman toonde hij de nieuwe mens in de socialistische wereld. De helden in deze roman wonen in een glazen commune en genieten eendrachtig van het vredige socialisme. Het schijnbaar enige verschil met een hedendaagse idealistische “commune” als de Leidsche Rijn is de afwezigheid van individualisme. Dostojevskij wierp Tsjernysjevskij voor de voeten dat het ideaal van diens commune in de praktijk nooit zou werken, omdat er altijd wel één tegendraads individu zal zijn die de rest van de groep de voet dwarszet, louter en alleen omdat hij anderen het geluk niet gunt. Dit realisme maakt de romans van Dostojevski oneindig veel interessanter dan die van Tsjernysjevskij.

De boeken van Dostojevskij worden na 150 jaar nog altijd stukgelezen, hoewel we hierin een weinig positief beeld krijgen van de mens. Tsjernysjevskij, die het beste met de mensheid voor heeft, is een vergeten auteur. Mijn westeuropese medeburgers die zich beklagen over de leugens van de Russische overheid na het zinken van de Koersk, bedoelen het zo goed voor de hele wereld, maar vergeten soms dat de wereld het niet zo goed bedoelt met hun. Hun idealisme is niet interessant. Sterker nog, hun naïeviteit irriteert. De leugens daarentegen zijn aantrekkelijk en vragen naar meer.

Ik hoop dat er gauw weer een ramp gebeurt in Rusland. Ik zal de officiële Russische pers op de voet volgen en volop genieten van hun draaiingen en uitvluchten.