Dropgulden

Op straat lag een dropgulden. Toen ik nog een kleine snotneus was zou ik die zonder twijfel opgeraapt en in mijn mond gestoken hebben. Later had ik door dat dat niet de bedoeling was. Ik raapte alleen nog echt geld van straat op.
    Op het Rosariumplein in Krommenie stond een viskar. A. had ontdekt dat onder die kar regelmatig muntgeld lag dat waarschijnlijk uit de vette handen van de visboer geglibberd was. Regelmatig kon je er stuivers en dubbeltjes aantreffen. Een enkele keer vond ik een hele gulden. Zaak was natuurlijk om onder die viskar door te kruipen voordat A. of een andere slimmerik langs was geweest.
    Ik heb ook wel eens een briefje van vijf op straat gevonden. Daar heb ik toen een klein teddybeertje van gekocht.