Onafhankelijke mensen – Halldor Laxness

2003 is het jaar van de schaap. Voor veel Chinezen is dat een reden om de geboorte van een kind uit te stellen. Wat zij tegen schapen hebben is mij volkomen onduidelijk. Een kind is een kind, een schaap een schaap.

Ik ken twee grote schapenromans: Padre Padrone van de Italiaan Gavino Ledda en Onafhankelijke mensen van de IJslander Halldór Laxness. Ledda beschrijft een traditionele strijd tussen een herder op Sardinië en zijn zoon die hem op moet volgen, maar daar geen trek in heeft. Padre Padrone is een harde, realistische roman. Een prachtig boek.

Ook in Onafhankelijke mensen moeten kinderen de strijd aanbinden met hun vader, een schapenboer. Onafhankelijke mensen is ook een realistische roman, die speelt tegen de opkomst van de socialistische beweging op IJsland aan het begin van de 20e eeuw. Wat Onafhankelijke mensen echter nog boven Padre Padrone doet uitstijgen is de geweldige kracht van Laxness’ taal.

Schapenboer Bjart Gudmundsson wil boven alles een vrij man zijn, onafhankelijk van alles en iedereen in het dorp. Na 18 jaar sparen heeft hij eindelijk zijn eigen hut kunnen kopen en is de tijd voor hem aangebroken om zijn eigen, onafhankelijke gezin te stichten. Dit gezin komt er, maar het gaat ook weer ten onder, omdat voor Bjart de onafhankelijkheid zwaarder weegt dan enige vorm van flexibiliteit.

De taal van Laxness maakt van dit familie-epos een magistrale roman. Droogkomische passages worden afgewisseld met poëtische scènes. De waarheid van de woorden is soms zo hard, dat zij absurdistisch wordt. In ken maar één ander boek, waarin de schrijver dit effect weet te bereiken: het wonderschone en onleesbare Tsjevengoer van Andrej Platonov (volgens Iosif Brodski de enige waarlijke Sovjetschrijver van de 20e eeuw).

Veel lof gaat naar vertaler Marcel Otten. Hij heeft een schitterende prestatie neergezet. Zowel de poëtische als de absurdistische taal blijft in het Nederlands gehandhaafd. Een deel van de couleur locale gaat helaas verloren doordat Otten gemeend heeft de plaatsnamen in het boek naar het Nederlands te vertalen. Dit is het enige smetje op een verder voorbeeldige vertaling.

Citaten:

Voor Bjart zijn schapen heilig:

“Ik weet niet beter dat het schaap in de bijbelverhalen het Lam Gods genoemd wordt.”
“Ik bestrijd”, antwoordde de dominee, “dat het schaap in de bijbelverhalen ooit het Lam Gods is genoemd. Ik keer me er niet tegen dat het schaap door God geschapen is, maar ik bestrijd ten stelligste dat het schaap God welgevalliger is dan andere schepsels.”


Een oude man heeft zijn dochter verloren en zegt het Onzevader op:

“Onze Vader, die in de hemelen zijt, ja, zo oneindig ver weg dat niemand weet waar U bent, bijna nergens, geef ons heden een heel klein beetje te eten ter Uwen ere en vergeef ons onze schulden bij de koopman en de schuldeisers en leid ons vooral niet in verzoeking af en toe gelukkig te willen zijn want U bent de Kracht en de Heerlijkheid.”

Kleine Nonni hoort het keukengerei met elkaar praten:

“‘s Morgens, als hij voor alle anderen wakker was, hoorde hij het keukengerei met elkaar praten met plechtige ernst en een suggest