Denkbeelden uit een dubbelleven – Biografie van Karel van het Reve door Ger Verrips

Cover Reve-biografieDe slavist en polemist Karel van het Reve is een voorbeeld voor vele Nederlandse schrijvers: o.a. Theodor Holman, Max Pam en Arnon Grunberg zijn verklaarde adepten. Eerder dit jaar verscheen een biografie van de in 1999 overleden schrijver.

Een biografie die niet al te positief ontvangen werd. Arjen Fortuin schreef in NRC Handelsblad: “Deze biografie schiet in psychologisch opzicht pijnlijk tekort.” “Het portret van de schrijver [bevat] veel witte plekken.” Fortuin concludeert: “Zo is de eerste biografie van Karel van het Reve voor een belangrijk deel mislukt.”

Met enig vooroordeel begon ik daarom zelf aan het boek van Verrips. Gelukkig viel het alleszins mee. Vooral over de jeugd van Karel en over de communistische beweging in de jaren 30 en 40 las ik veel nieuws en interessants. Ik ben geen ervaren biografieënlezer en weet niet wat gebruikelijk is in dit genre. Arjen Fortuin verwijt Verrips dat hij te weinig psychologisch interpreteert. Mij stoorde het juist dat de auteur af en toe zijn persoonlijke mening ventileert, die mij eigenlijk geen donder interesseert.

Ik ben het met Fortuin eens dat “Verrips’ stroeve stijl contrasteert met de helderheid van de formuleringen” van Van het Reve zelf. Tijdens het lezen van deze biografie komt voortdurend het verlangen op om dit boek terzijde te leggen en een van Karels boeken uit de kast te trekken.

Een van de geruchtmakendste geschiedenissen uit Van het Reves leven is zijn aanval op de literatuurwetenschap: “Het raadsel der onleesbaarheid”. (Zeer spijtig dat ik van dit stuk pas kennisnam nadat ik mijn eigen literatuurscriptie over Andrej Platonov ingeleverd had. Mijn scriptie had zoveel beter kunnen zijn dan het halve prul dat het nu is…) Helaas miste ik in Verrips boek een duidelijk antwoord op de vraag hoe men aan de Nederlandse universiteiten inhoudelijk op deze kwestie gereageerd heeft. Natuurlijk waren de literatuuronderzoekers boos dat iemand uit eigen gelederen aan de buitenwereld liet zien wat voor onzinnige onderzoeken men op literatuur loslaat. Frappant voorbeelden uit mijn eigen studietijd waren het tellen van bepaalde woorden bij Poesjkin of het trekken van cirkels om een toneelstuk van Tsjechov. Maar op welke gronden men tegenwoordig denkt met literatuurwetenschap door te kunnen gaan en in hoeverre men zich Van het Reves kritiek aangetrokken heeft, wordt helaas niet duidelijk.

Arjen Fortuin besluit met een krakend lichtpuntje: “[Dit boek] is materiaal voor een mooie biografie.”

Citaten:
Verrips citeert Van het Reve die Oscar Wilde citeert: “De liefdadigheid is een voorwendsel zich met de zaken van anderen te bemoeien”. (p. 111)

“Ik ben […] onder mijn studenten nooit een communist tegengekomen. […] Een taal studeren doe je niet uit politieke sympathie. Daar is het veel te taai werk voor. Dat hou je alleen vol als je je voor de taal zelf interesseert en voor de literatuur.” (p. 203)

In 1958 sprak Karel van het Reve op een herdenkingsbijeenkomst van Ivan Toergenjev in de Russische stad Orjol (door Verhip steevast Orel genoemd). Daar citeerde hij uit Pasternaks verboden roman Dr. Zjivago: “De mens is geboren om te leven, en niet om zich op het leven voor te bereiden”. (p. 277)

    » Wat je schrijft moet alles tegelijk zijn (recensie in NRC Handelsblad, 14 mei 2004)
    » De romans van Karel van het Reve
    » Citaten van Karel van het Reve
    » Wars van paperassen – is de Leidse periode in de biografie o