Waar zijn de tijden van het Sovjetschaak?

Een jaar geleden werkte ik aan dit artikel. Ik heb echter nooit tijd en inspiratie gehad om het af te maken. Nu zet ik het toch maar online; wie weet geven eventuele reacties erop mij het nodige zetje om er een weloverwogen eind aan te breien.

Mijn lief vindt het leuk om mij eens per jaar een boek over schaken kado te doen, hoewel ik al vele jaren geen schaakstuk meer aangeraakt heb. Vorig jaar was het Schaakwonder van Simen Agdestein over Magnus Carlsen, na Sergej Karjakin de grootste hoop voor de toekomst. En daarna kreeg ik Russians vs. Fischer, over de grote Amerikaanse schaakkampioen Robert Fischer.

Schakers zijn niet de makkelijkste mensen die God op aarde gezet heeft. Roddel en achterklap tieren welig. Afsplitsingen zijn schering en inslag en menig schaker wordt een geldwolf genoemd. Zo zou Aleksandr Grisjoek onlangs nog geweigerd hebben deel te nemen aan het kampioenschap van Rusland, omdat hem te weinig startgeld geboden werd. Andere schakers (bijvoorbeeld Reshevsky of Timman) wilden niet voor hun land uitkomen als een hun niet welgevallig persoon aan een hoger bord speelde. Derden weigeren te spelen als de koelkast in hun hotel niet het juiste bronwater bevat of zeiden nare dingen over de vrouw van hun tegenstander. Robert Fischer is denk ik de culminatie van al deze eigenaardigheden en de verpersoonlijking van de verknipte schaker.

Momenteel zit hij als politiek vluchteling geisers te bekijken op IJsland, maar in de jaren zestig stond hij in het middelpunt van de belangstelling. Als enige schaker bleek hij in staat de hegemonie van de Sovjet-Unie te doorbreken. Fischer was er heilig van overtuigd dat de Sovjetschakers elkaar bewust ontzagen om tegen hem zo fris en scherp mogelijk in het strijdperk te treden. Maar wie waren die Sovjetschakers en waar kwamen zij vandaan?

De Sovjet-Unie was een allegaartje van 15 republieken, waarvan Rusland de bekendste is. In het paspoort van de Sovjet-Unie stond altijd vermeld uit welke republiek iemand kwam. Opmerkelijker is het gegeven dat iemand van Joodse afkomst niet als Wit-Rus of als Georgiër geregistreerd stond, maar als ‘Jevrej‘, Jood.

Op basis van slecht gefundeerd onderzoek (Wikipedia) denk ik dat de belangrijkste schakers uit de Sovjet-Unie van de jaren zestig de volgende ‘nationaliteit’ hadden:

Smyslov – Russisch
Botvinnik – Joods
Tal – Lets
Spasski – Russisch
Stein – Joods
Petrosjan – Armeens

Uit bovenstaand rijtje blijkt dat Sovjetschaak allesbehalve Russisch schaak was.

Wanneer je de huidige Russische topschakers vergelijkt met de schakers uit de voormalige Sovjet-Unie kun je de volgende twee interessante rijtjes maken (gebaseerd op de FIDE-ranglijst van januari 2006, zonder Garri Kasparov die immers gestopt is):

De 10 beste Russische schakers (en hun plaats op de FIDE-ranglijst):

  1. Svidler (4)
  2. Kramnik (6)
  3. Morozevitsj (11)
  4. Grisjoek (12)
  5. Barejev (20)
  6. Drejev (21)
  7. Malachov (22)
  8. Karpov (29)
  9. Roebljovski (35)
  10. Zvjagintsev (37)

Als de Sovjet-Unie in 2006 nog zou hebben bestaan, zou de lijst er als volgt uitzien (inclusief land van herkomst):

  1. Svidler (Rusland)
  2. Aronjan (Armenië)
  3. Kramnik (Rusland)
  4. Ivantsjoek (Oekraïne)
  5. Gelfand (Israël)
  6. Ponomarjov (Oekraïne)
  7. Morozevitsj (Rusland)
  8. Grisjoek (Rusland)
  9. Mamedjarov (Azerbeidzjan)
  10. Sjirov (Letland/Spanje)

Gelfand en Sjirov heb ik opgenomen, omdat zij op ‘Sovjetgrondgebied’ geboren zijn. Zonder hen zouden nog een Armeniër (Akopjan) en een Azeri