Waar zijn de Russische homo’s?

Iedereen weet dat ik een jaar met een Rus heb samengewoond. Nou ja, een jaar, op die periode valt wel wat op af te dingen, want ik was veel in het buitenland toen: een maand in Bulgarije, zes maanden in Rusland. Maar enfin, desalniettemin deelden Sasja en ik geruime tijd dezelfde woning.

Hoewel bij mij de dames de deur niet platliepen, leed het weinig twijfel dat er tussen ons van een mogelijke homoseksuele relatie absoluut geen sprake was. Sasja was namelijk een notoire rokkenjager, die continu op vrouwenjacht was en er geen enkel probleem mee had om het meisje van een vriend zijn bed in te praten.

In een café in De Nes stond Sasja een keer aan te pappen met een jongedame, toen ik ontdekte dat achterin de kroeg zijn vaste verkering van dat moment, Sveta, met een paar vriendinnen een drankje zat te nuttigen. Ik waarschuwde Sasja die zijn nieuwe aanwinst tijdelijk “on hold” zette en bij Sveta verhaal ging halen “ik wist niet dat je hier was, ik wist echt niet dat je hier was”. Sveta wist natuurlijk wat voor vlees zij in de kuip had en zal zelf ook wel niet helemaal zuiver op de graat geweest zijn.

Wanneer ik niet in het buitenland zat en Sasja niet op vrouwenjacht was, waren we samen thuis. Ik probeerde voor mijn eindscriptie enig inzicht te krijgen in de filosofie van algemene zaak van Fjodorov; Sasja zat aquarelletjes van Amsterdam te schilderen die hij bij het Rijksmuseum aan de man bracht: “Look at my beautiful watercolors”. Zo waren wij aan het werk. Af en toe liep één van ons naar de keuken en vroeg: “чай будешь?” waarop de ander immer antwoordde met een langgerekte “бу-уду”. (“Wil je thee?” “Ja, doe maar.”)

Na de thee sloot Sasja zich een half uur op het toilet op om een detective van Agatha Christie te lezen. MTV schalde door de kamer.

Sasja was een van de weinige Russische hetero’s die ik in Nederland gekend heb. Amsterdam leek in de jaren negentig vooral een wijkplaats te zijn voor de Russische genieters van de herenliefde. Geniaal was Sasja’s vriend Igor. Igor was een reusachtige kerel, met een fikse pens, een enorme bos krullend haar en zware borstelwenkbrauwen. Joviaal en met een bulderende lach. Nooit te beroerd voor een praatje, maar meestal het middelpunt van de aandacht als hij weer en of andere ongeloofwaardige anekdote opdiste.

Igor hij op de beurs van Moskou in de roerige jaren negentig miljoenen verdient en was het land ontvlucht om uit de handen van de “racketeers” te blijven. In Amsterdam zat hij in rustiger vaarwater. Iemand die bulkt van het geld zit nooit om aandacht verlegen. Zijn vriendje was de tegenpool van Igor. Niet groot en dik, maar klein en dun, geen markante aanwezigheid, maar een onopvallende verschijning, geen zware bas, maar een lachwekkend piepstemmetje. Genik heette hij, “kleine Gennadij”.

Dit wonderbaarlijke duo was haast altijd samen, waar je ze ook tegenkwam. En je kwam ze vaak tegen, in het Vondelpark, op de Kinkerstraat, want zij hoefden zich niet af te beulen op een kantoor. Vrolijke homo’s.

Sergej deed het met een Nederlandse ballerina en emigreerde naar ons land. Zodra hij zijn Nederlandse paspoort had, was het tijd voor zijn coming out. Ooit vertrouwde hij mij toe dat homo’s in Rusland alleen in de underground konden leven. Gewoon trouwen, gezinnetje, en dan ’s avonds in het park aan je trekken komen.

In de Sovjet-Unie was homoseksualiteit strafbaar. Voor mannen althans. Liefde tussen vrouwen was zo onvoorstelbaar, dat daar geen wetgeving voor gemaakt hoefde te worden. Maar ook zonder wetgever loop je in Rusland gevaar. Sergej had een keer “zonder aanleiding” klappen gekregen op straat en was uitgescholden voor flikker. Dat was nog voor zijn coming out, dus zelf hield hij het er maar bij dat er sprake was van een ongelukkige persoonsverwisseling.

Eenmaal vrij in Nederland gingen de remmen los. Ik heb hem nog één keer gezien.

Waar zijn de Russische homo’s? In Nederland. Maar waar zijn ze? God mag het weten.

Dit verhaal was mijn bijdrage aan de eerste lusstrumvie